Algemene kritische blik op het online aanbieden van een leergang.
Er kleven enkele nadelen aan het online aanbieden van een leergang. Ten eerste kan het gebrek aan persoonlijk contact tussen de deelnemers en de docent leiden tot een gebrek aan motivatie en betrokkenheid bij het leerproces. Deelnemers missen de sociale interactie die ontstaat bij het fysiek samenkomen en het kunnen delen van ervaringen en ideeën met mededeelnemers en de docent. Dit komt duidelijk naar voren in de evaluatie die is uitgevoerd. Een oplossing zou het inpassen van een fysiek, of online fysiek, moment kunnen zijn.
Ten tweede kan de online omgeving het voor de docent lastig maken om individuele begeleiding te bieden aan deelnemers. Hoewel de online omgeving het mogelijk maakt om op afstand te communiceren, kan het lastig zijn om individueel op de specifieke behoeften en vragen van elke deelnemer in te gaan. Het gevaar bestaat dat deelnemers met vragen of problemen achterblijven en zich niet optimaal kunnen ontwikkelen. Ook dit komt duidelijk naar voren uit de evaluatie dit is gedeeltelijk te ondervangen door de Q&A die we later hebben toegevoegd.
Een derde nadeel is dat het online aanbieden van een leergang technisch complex kan zijn. Er moet een goed functionerend platform zijn dat de deelnemers en docent in staat stelt om effectief te communiceren en de leerinhoud aan te bieden. Dit kan leiden tot extra kosten en organisatorische uitdagingen, vooral als er sprake is van grotere groepen deelnemers. In de evaluatie komt terug dat de deelnemers tevreden zijn over het functioneren van de website, ze nog wat vragen hebben over de interactiviteit.
Tot slot is er de vraag naar de waarde van het online certificaat. De deelnemers vragen of ze een bewijs van deelname kunnen krijgen. Dit is iets wat we binnen onze organisatie moeten bespreken. Wordt dit een officieel certificaat? Hoe zou dat eruit moeten zien? Wat vindt ons MT daarvan?
Reflectie op de lessenserie:
Middels evaluatie gesprekken aan het einde van de lessen komen wij tot de volgende eerste reflectie op onze lessenserie.
De lessenserie lijkt een goede opbouw te hebben en behandelt belangrijke onderwerpen met betrekking tot het gebruik van educatieve technologie en het T-Pack-model. Het is positief dat de serie begint met het bespreken van de ICT-competenties van een docent, omdat dit een cruciale basis legt voor het effectief gebruik van technologie in het onderwijs.
Les 2 en Les 3, waarin wordt ingegaan op het gebruik van educatieve technologie om leerdoelen sneller te bereiken en leerprocessen te stimuleren, zijn ook relevant en waardevol. Deze lessen benadrukken de potentiële voordelen van technologie in het onderwijs en geven concrete voorbeelden van hoe deze voordelen kunnen worden gerealiseerd. De deelnemers geven ook aan dat het mooi is dat de praktijkvoorbeelden zijn uitgewerkt in de filmpjes en in de theorie.
Het idee om aan het einde van de lessenserie een individuele opdracht te geven die uiteindelijk wordt gepresenteerd voor de groep, is een goede manier om de leerlingen actief te betrekken en hun begrip en vaardigheden te demonstreren. Dit kan een stimulerende en motiverende ervaring zijn, en het presenteren voor de groep biedt de mogelijkheid voor peer feedback en leren van elkaars presentaties. Echter is het nog wel een klus om de groep bij elkaar te krijgen. Een volgende keer wanneer deze lessenserie wordt ingezet zullen we moeten kijken of we dit technisch kunnen onderleggen door deelnemers ook digitaal aan te laten haken.
Desondanks zijn er enkele aspecten waarop de lessenserie verbeterd kan worden. Ten eerste zou het nuttig zijn om meer interactieve en betrokken leermethoden te integreren in de lessen. In plaats van alleen theoretische concepten te presenteren, kunnen de docenten overwegen om activiteiten, groepswerk of discussies op te nemen om de leerlingen actief te betrekken en hun begrip te verdiepen. Dit deel hebben we op dit moment ondervangen door een chat/discussie deel toe te hebben gevoegd aan de e-learning module. Hier kunnen vragen worden gesteld maar ook discussies worden opgestart.
Daarnaast kan de lessenserie baat hebben bij meer concrete voorbeelden, casestudies of praktische toepassingen van educatieve technologie in het kader van de T-Pack-componenten. Dit zou de deelnemers helpen om de abstracte concepten beter te begrijpen en te zien hoe ze in de praktijk kunnen worden toegepast. Er worden in de filmpjes een aantal voorbeelden aangetipt maar het zou nog meer effect hebben als we de praktijkvoorbeelden kunnen verfilmen en referenties kunnen toevoegen.
Tot slot is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de individuele opdracht voldoende begeleiding en ondersteuning biedt aan de leerlingen. Het is essentieel dat de verwachtingen duidelijk worden gecommuniceerd en dat de leerlingen de nodige middelen en feedback krijgen om hun opdracht succesvol te voltooien. Hierdoor kunnen ze echt profiteren van de presentatie-ervaring en hun begrip verdiepen. We zijn aan het kijken of we hier een AI chatbot zouden kunnen integreren die hier direct bij zou kunnen helpen.
Al met al is de lessenserie een goede basis voor het introduceren van het gebruik van educatieve technologie en het T-Pack-model. Door meer interactieve leermethoden toe te passen, concrete voorbeelden te geven en de individuele opdracht goed te begeleiden, kan de lessenserie nog effectiever worden en de leerervaring versterken.
Dilemma’s, andere inzichten & herziene visie Dimitri
Na het inzetten van de e-learning module om docenten te professionaliseren op het gebied van het TPACK-model en betekenisvol lesgeven met de inzet van educatieve technologie, heeft er zeker een verandering plaatsgevonden in mijn visie op onderwijs en technologie. Deze veranderingen zijn gebaseerd op zowel de praktijkervaringen tijdens de e-learning module als inzichten uit de literatuur over effectief gebruik van technologie in het onderwijs. Hieronder zal ik wat dieper ingaan op de veranderingen in mijn visie, de dilemma’s waarmee ik geconfronteerd ben en de verbeterpunten voor toekomstige professionaliseringsprogramma’s / e-learnings.
Mijn visie op onderwijs en technologie is veranderd van een “oppervlakkig” begrip van technologie als aanvulling op traditionele lesmethoden naar een diepgaand inzicht in de potentie van technologie om het leerproces te transformeren en betekenisvol leren te bevorderen. Dit inzicht is gebaseerd op het eerder beschreven TPACK-model, dat de integratie van technologische, pedagogische en vakinhoudelijke kennis benadrukt. Door de e-learning module te ontwikkelen en zelf te doorlopen, kreeg ik een beter begrip van hoe technologie niet alleen een hulpmiddel is om informatie over te dragen, maar ook een krachtig instrument om interactie en samenwerking te bevorderen, authentieke leerervaringen te creëren en de motivatie en betrokkenheid van leerlingen te vergroten (Mishra & Koehler, 2006).
Tijdens de e-learning module ben ik verschillende dilemma’s tegengekomen, één van deze dilemma’s was bijvoorbeeld de balans tussen het gebruik van technologie en het behoud van menselijke interactie in de klas. Aanvankelijk had ik zorgen dat overmatig gebruik van technologie de persoonlijke interactie tussen docenten en leerlingen zou verminderen. Echter, uit onderzoek blijkt dat technologie juist kan bijdragen aan rijkere interactie en samenwerking in de klas (Voogt, Knezek & Christensen, 2018). Het is belangrijk om technologie op een doordachte manier in te zetten, waarbij het de samenwerking en interactie tussen docenten en leerlingen bevordert in plaats van te vervangen. Een volgende keer zou ik dan ook niet meer “alleen” een e-learning inzetten maar ook (online)lessen integreren om te laten zien hoe de pedagogische kennis aanvullend is op het stuk kennis en technologie. Practice what you preach!
Een ander dilemma waar ik tegenaan liep, was de noodzaak om docenten voldoende tijd en ondersteuning te bieden voor professionele ontwikkeling op het gebied van educatieve technologie. Technologie evolueert voortdurend en het is een uitdaging voor docenten om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen en effectieve methoden voor de integratie van technologie in het onderwijs. Volgens onderzoek is professionele ontwikkeling een cruciale factor voor succesvol gebruik van technologie in het onderwijs (Niess, 2005). Het is daarom van groot belang om docenten de tijd en middelen te bieden om hun kennis en vaardigheden bij te werken en te versterken. Ook zal dus de e-learning regelmatig onder de loep genomen moeten worden om te zien of deze nog wel up to date is. Dit houdt in dat er een kritische blik nodig blijft en dit opgenomen dient te worden in een cyclisch proces.
Als verbeterpunten voor toekomstige professionaliseringsprogramma’s op het gebied van onderwijs en technologie raad ik aan om de e-learning modules interactief en praktijkgericht te maken. Dit houdt in dat docenten direct de mogelijkheden van educatieve technologie kunnen ervaren en toepassen in hun eigen lespraktijk. Het actief betrekken van docenten bij het leerproces vergroot de betrokkenheid en de motivatie om technologie effectief te integreren (Ertmer & Ottenbreit-Leftwich, 2010). Daarnaast is het van belang om docenten voldoende tijd en ondersteuning te bieden voor professionele ontwikkeling. Door het creëren van een cultuur waarin professionele ontwikkeling wordt gestimuleerd en gefaciliteerd, kunnen docenten hun kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen en vertrouwen opbouwen in het gebruik van technologie (Voogt & Roblin, 2012).
Mijn toekomstvisie op onderwijs en technologie is gebaseerd op de erkenning dat technologie een integraal onderdeel is van het leerproces en dat het een verschuiving kan bewerkstelligen van een traditioneel, op kennisoverdracht gericht onderwijsmodel naar een meer gepersonaliseerde, betekenisvolle leerervaring voor iedere student. Door technologie op een doordachte en effectieve manier te integreren, kunnen docenten differentiatie en individualisatie mogelijk maken, adaptieve feedback bieden, authentieke leerervaringen creëren en de samenwerking en interactie tussen leerlingen bevorderen. Dit sluit aan bij de visie van onderzoekers zoals Mishra, Koehler en Zhao (2008) die pleiten voor een holistische benadering van onderwijs, waarbij technologie wordt gezien als een middel om de onderwijsdoelen te bereiken en niet als een doel op zichzelf.
Om deze toekomstvisie te realiseren, is het belangrijk dat docenten worden ondersteund met de juiste kennis, vaardigheden en middelen. Daarnaast is er behoefte aan een continue dialoog en samenwerking tussen docenten, onderzoekers en beleidsmakers om ervoor te zorgen dat technologie op een verantwoorde en effectieve manier wordt geïntegreerd in het onderwijs (Koehler & Mishra, 2009). Het onderwijslandschap is voortdurend in ontwikkeling en het is belangrijk om open te staan voor nieuwe ontwikkelingen en inzichten, zodat we voortdurend kunnen blijven leren en innoveren in het belang van de leerlingen. Zoals je kan lezen is het stuk digitale geletterdheid dus niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij. Digitale geletterdheid verwijst naar het vermogen om op een effectieve en verantwoorde manier gebruik te maken van digitale technologieën, informatie te vinden en te evalueren, kritisch te denken, problemen op te lossen en op een ethische manier deel te nemen aan de digitale samenleving (Fraillon et al., 2019).
Oftewel, de inzet van een e-learning module om docenten te professionaliseren op het gebied van het TPACK-model en betekenisvol lesgeven met de inzet van educatieve technologie heeft geleid tot een diepgaande verandering in mijn visie op onderwijs en technologie. Deze veranderingen zijn gebaseerd op zowel praktijkervaringen als inzichten uit de literatuur. De dilemma’s die ik ben tegengekomen, met name de balans tussen technologie en menselijke interactie en de noodzaak van voldoende tijd en ondersteuning voor docenten, hebben bijgedragen aan mijn herziening van visie. Als verbeterpunten voor toekomstige professionaliseringsprogramma’s raad ik aan om e-learning modules interactief en praktijkgericht te maken, docenten voldoende tijd en ondersteuning te bieden, en een cultuur van professionele ontwikkeling te stimuleren. Mijn toekomstvisie is gericht op een geïntegreerde benadering van onderwijs en technologie, waarbij technologie wordt gezien als een middel om betekenisvol leren te bevorderen en het onderwijs te transformeren naar een meer gepersonaliseerde en relevante leerervaring voor leerlingen.
Nieuw opgedane inzichten en leerrendement: Bart
Tijdens de opdracht voor Digitale geletterdheid onderdeel B ben ik geconfronteerd met mijn eigen ‘tekortkomingen’ of leerpunten waar het de inzet van (educatieve) technologie betreft. Ik heb eindeloos met Adobe moeten stoeien om mijn filmpjes en animaties perfect te krijgen. Mijn medestudent was hier redelijk snel mee klaar. Mij heeft dat een paar weekenden gekost. Met andere woorden, ik werd toch wel geconfronteerd met mijn eigen ontwikkelpunten.
Bij het ontwikkelen van leermaterialen voor docenten aan het HBO die bijdragen aan het verbeteren van hun vermogen om in te schatten wanneer technologie van meerwaarde kan zijn binnen het curriculum heb ik gemerkt dat het onderbouwen met theorie enorm ondersteund bij het creëren van draagvlak. Het uitleggen van de theorie achter het t-pack model (Koehler & Mishra, 2009) heeft een positief effect op de motivatie tot handelen binnen mijn leerjaar. Zo gaf een docent aan: “Wat goed dat ik eindelijk iets krijg aangereikt dat is onderbouwd vanuit literatuur en mij meteen helpt eea zelf ook weer te onderbouwen”! Dit sterkt mij in de gedachte dat ik niet zomaar iets moet aandragen maar altijd moet zorgen voor een onderbouwde mening.
Ook merkte ik dat ik tijdens de e-learning module verschillende dilemma’s ben tegengekomen, waaronder het dilemma tussen het gebruik van technologie en het behoud van menselijke interactie in de klas. In eerste instantie maakte ik me zorgen dat overmatig gebruik van technologie de persoonlijke interactie tussen docenten en leerlingen zou verminderen. Echter, onderzoek toont aan dat technologie juist kan bijdragen aan een rijkere interactie en samenwerking in de klas (Elbers, zd). Het is belangrijk om technologie op een doordachte manier in te zetten, zodat het de samenwerking en interactie tussen docenten en leerlingen bevordert in plaats van vervangt.
Om dit te bereiken, zou ik de volgende keer niet alleen een e-learning module inzetten, maar ook (online) lessen integreren om te laten zien hoe pedagogische kennis aanvullend is op kennis en technologie. Op deze manier kunnen docenten en leerlingen samenwerken en interactie hebben, terwijl ze profiteren van de voordelen van technologie. Ik kan dus zeggen dat mijn visie op onderwijs en technologie wel is verandert. Ik zie het geheel nu beter en zie technologie niet als aanvulling op de traditionele lesmethodiek maar als katalysator van het vernieuwen van onderwijs en als onontbeerlijke component van toekomstgericht onderwijs.